|
|
De uitvinding van de naaimachine
Elias Howe, geboren in 1819, leerde het vak van machinist toen hij als jongen werkte in een katoenmachinefabriek in Massachusetts. Hij werd aangemoedigd een machine te ontwerpen die zou kunnen naaien en bedacht dat zo’n uitvinding hem een fortuin zou kunnen bezorgen. Hij was 5 jaar bezig met zijn vinding en in 1846 kreeg hij het patent voor een handnaaimachine.
Deze
machine
kreeg in Amerika niet genoeg aandacht en daarom verhuisde hij naar
Engeland, waar hij zijn
patent verkocht voor $1250. Hij bleef in
Engeland en werkte, voor een klein salaris, verder aan het verbeteren
van de machine
voor het naaien van leer en aanverwante
materialen. Hoewel zijn financiële situatie verslechterde was hij toch
in staat zijn vrouw en familie terug te sturen naar Amerika. Hij vertrok later
gedesillusioneerd weer naar Amerika en zijn stervende vrouw.
Hij werd nog teleurgestelder toen hij ontdekte dat terwijl hij in Engeland verbleef, de naaimachines in Amerika uitgebreid werden geproduceerd en verkocht, zonder rekening te houden met zijn patent. In
1854 daagde hij Isaac Singer succesvol voor de rechter omdat Singer zijn
naaimachines had gekopieerd van Howe’s model. Howe kreeg royalty’s voor
elke naaimachine die in Amerika werd geproduceerd en verkocht
en kreeg eindelijk het fortuin dat hij al in 1846 verwacht had. (bron: [email protected])
De naaimachine bracht veel vrouwen een verlichting van hun werkzaamheden, en het bezit ervan zorgde voor een bepaalde status. De quilts die tot dan toe met de hand werden gemaakt konden nu ook met de machinee eeuw kon gemaakt worden. Het doorquilten gebeurde altijd met een groep vrouwen samen, het alleen quilten van een groot werkstuk is pas de laatste decennia in zwang geraakt. Men had dus niet zoals nu kasten vol met alleen tops, iedereen hielp een top af te maken. Aan het einde van de 19 iedereen
zich een naaimachine veroorloven. De textielindustrie van de negentiende eeuw zette een machinaal doorgestikte dekenconfectie op, die tot de Tweede Wereldoorlog volop heeft gedraaid.
Deze
industrie bracht quilters op het idee ook het doorquilten met dee eeuw werden de eerste
quiltmachines geïntro- duceerd. Dit waren standaard naaimachines die
aan een frame met banden aan het plafond werden opgehangen. Hierdoor kon de
machine machine te gaan doen. Begin 20alle
kanten op werken. Vanaf
1985 waren ook op quilttentoonstellingen de eerste machinaal gequilte werkstukken te zien. In
1989 kreeg Carol Bryer Fallart de Best of Show prijs op de
gerenommeerde AQS tentoonstelling in Paducah, Kentucky, De naaimachine-industrie zag mogelijkheden om speciale quiltmachines te LONG-ARM machines. Door hun extra grote opening en ontwikkelen, de zgn. de
mogelijkheid alle kanten op te werken zijn de mogelijkheden onbegrensd. Langzaam maar zeker verovert deze techniek de quiltwereld en komen er steeds meer ‘Hand-guided LONG-ARMquiltmachines’. Tenslotte maakt de machine
de steken, maar is het bedienen van de machine en het uitvoeren van
het patroon nog steeds handenwerk.
Begin |